Wanneer het college een programma in het kader van de omgevingswet publiceert, voorheen een bestemmingsplan, krijgen belanghebbenden de gelegenheid om gedurende 6 weken te reageren op dat voorstel alvorens dit inclusief de ingediende zienswijzen en reacties van het college wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.

Deze vorm geeft de gemeenteraad inzicht in wie er zienswijzen hebben ingediend en wat de inhoud is van de zienswijze. Sommige zienswijzen worden door het college overgenomen omdat het een verbetering is van het voorliggende voorstel. Soms kiest de gemeenteraad ervoor een zienswijze toch te honoreren (door middel van een amendement). Wij zijn van mening dat het toepassen van een dergelijke bijdraagt aan transparantie, kwaliteit en draagvlak.

Transparantie. Het is voor de gemeenteraad volkomen duidelijk wie van de mogelijkheid gebruik heeft gemaakt, wat de zienswijze was (feitelijk een verbetervoorstel) en hoe het college hier tegenaan kijkt (overnemen, afwijzen of overlaten aan de gemeenteraad).

Draagvlak. (Belangen)organisaties, belanghebbenden of inwoners wordt de mogelijkheid geboden om mee te denken over voorstellen die aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Door dit goed te communiceren krijgen inwoners het beeld dat zij ook daadwerkelijk mee kunnen denken.

Kwaliteit. We zijn ons ervan bewust dat in veel gevallen al in een vroeg stadium om de mening van adviesraden wordt gevraagd en dit de kwaliteit van een voorstel doet toenemen. Goede suggesties komen echter soms ook uit een onverwachte hoek waar het college geen zicht op heeft.

Natuurlijk kleven er ook nadelen aan een dergelijke aanpak. Het is extra werk. Het opvolgen van alle ingediende adviezen is tijdrovend en een belasting voor de organisatie. Daar tegenover staat dat ook dat de kwaliteit kan verbeteren hetgeen op de langere termijn tijdbesparend kan werken.

We hebben voorgesteld een pilot te doe, deze te evalueren en het vervolgens aan een volgende gemeenteraad over te laten of en hoe zij deze manier van werken willen inzetten. Op deze manier kunnen veronderstellingen omtrent het bovenstaand worden getoetst.